100 jaar geleden ontplofte een mijn op de dijk

Op maandag 16 november 1914, de Grote Oorlog was drie maanden aan de gang, spoelde op de dijk een zeemijn aan bij het wrak van de City of Benares. Van welke van de aan de oorlog deelnemende naties het oorlogstuig afkomstig was, is nooit achterhaald.
Een demontageploeg van de Koninklijke Marine was voortdurend in de weer om aangespoelde mijnen onschadelijk te maken en ook deze dag moest men in Westkapelle aan de slag. ’s Morgens waren al twee mijnen gedemonteerd op het zuiderstrand, ’s middags was de mijn op de glooiing aan de beurt.


Een zeemijn aangespoeld op het strand van Westkapelle; 1914

Om kwart over twee in de middag schrikte een daverende knal het hele dorp op. In verschillende huizen sprongen de ruiten door de luchtdruk. Het was al snel duidelijk: de mijn was bij het demonteren ontploft en had daarmee een grote catastrofe veroorzaakt. Aanvankelijk dacht men dat er zeven dodelijke slachtoffers waren, later bleken dat er zelfs negen te zijn. De lichamen waren letterlijk aan stukken gescheurd. Naast de mannen van de demontageploeg kwamen twee inwoners van Westkapelle om het leven: de 42-jarige dijkwerker Leunis Roelse en de 33-jarige adjunct-dijkopzichter Martinus Cornelis van Elsäcker. Ook de in Westkapelle ingekwartierde kapitein der infanterie Willem Cornelis Okhuijzen, 35 jaar oud, en de milicien-ordonnans Johannes Lambertus Smits, 24 jaar, moesten hun al dan niet toevallige aanwezigheid met de dood bekopen.
De omgekomen marinemensen van de demontageploeg waren:
Christoffer Jacobus Johannes Bruinsma, 28 jaar, luitenant ter zee 2e klasse, commandant van de mijnenvisser Zeemeeuw
N. de Munk, 25 jaar, luitenant ter zee, a/b HMS De Ruijter
Berardus Nijssen, 40 jaar, majoor-torpedomaker, a/b HMS De Ruijter
L. van der Knaap, korporaal-torpedomaker
Jan François, 35 jaar, matroos 1e klas

Zeven van de slachtoffers werden op donderdag 19 november 1914 in Westkapelle met militaire eer begraven. Smits en Nijssen waren naar hun woonplaats overgebracht.

Bij de begrafenis waren diverse militaire autoriteiten aanwezig, en ook de commissaris van de koningin Quarles van Ufford, burgemeester J.D. Viruly en dominee W. Reus. De ramp werd aangehaald in het parlement en koningin Wilhelmina betuigde haar deelneming.


Het graf van de slachtoffers direct na de begrafenis

Op zondag 16 november 2014 worden vanuit het Polderhuis de ramp en de slachtoffers herdacht. Het programma is als volgt:
12 uur verzamelen bij het Polderhuis
13 uur vertrek te voet naar de begraafplaats achter de vuurtoren
13.20 uur toespraken en herdenking
13.50 uur Last post en 1 minuut stilt
13.55 Kranslegging
14.10 terugkeer naar Polderhuis
14.40-15 uur Vertonen presentatie in het Polderhuis

Gepl. 15 november 2014