Artikelindex

Piet Mondriaan

Peter Cornelis Mondriaan (Amersfoort, 7 maart 1872 - New York, USA, 1 februari 1944), schilder en kunsttheoreticus

Mondriaan wordt algemeen gezien als de pionier van de abstracte en non-figuratieve kunst. Vooral zijn latere geometrisch-abstracte werk, met de kenmerkende horizontale en verticale zwarte lijnen en primaire kleuren, is wereldberoemd. Piet Mondriaan was op zoek naar een kunst die helemaal op zichzelf kan staan: de ‘Nieuwe Beelding’, zoals hij het noemde. Hij werkt daaraan achtereenvolgens in Nederland, Parijs, Londen en New York.
Mondriaan krijgt van zijn vader de eerste tekenlessen; hij behaalt de akten tekenleraar lager- en middelbaar onderwijs. Vervolgens studeert hij van 1892 tot 1897 aan de Amsterdamse Rijksacademie, waar hij zich toelegt op een carrière als zelfstandig kunstenaar. In deze periode begint hij voor zichzelf landschappen te schilderen.
In en rondom Amsterdam vindt Mondriaan veel onderwerpen voor zijn schilderijen. Het landschap, de molens en de boerderijen langs de rivier ’t Gein behoren in deze periode tot zijn favoriete thema’s. Hij schildert aanvankelijk met een losse toets in de donkere tinten van de Haagse- en Amsterdamse school. Zijn composities kenmerken zich al vroeg door de rigoureuze afsnijding van de onderwerpen. Om aan geld te komen maakt hij in opdracht  portretten, maakt hij kopieën naar werken van grote meesters en geeft hij schilder- en tekenlessen in zijn atelier. Mondriaan is tussen 1900 en 1910 actief bij de Amsterdamse kunstenaarsverenigingen Arti et Amicitiae en Sint Lucas.

Domburgse periode
Zoals veel kunstenaars werd ook Mondriaan getrokken door het Zeeuwse licht. In 1908 brengt hij voor het eerst twee weken door in Domburg. Hij verblijft in een huis aan de Zuidstraat. De Domburgse periode is bijzonder belangrijk geweest voor Mondriaans verdere ontwikkeling. Beïnvloed door het Zeeuwse licht gaf hij voor het eerst de kleuren weer zoals hij ze zag, niet zoals ze in werkelijkheid waren. Als motieven concentreert hij zich op de kerk, de molen en de kust. Maar zijn oog valt ook op Westkapelle.

Huisje in Westkapelle; jaar en verblijfplaats onbekend

Vooral de imposante vuurtoren van Westkapelle is voor Mondriaan een rijke inspiratie. In de jaren 1908-1910 was die onderwerp van diverse werken, waarvan er ten minste vijf zijn te bewonderen in het Haags Gemeentemuseum. Eigenlijk waren Mondriaans vuurtorens en de Domburgse werken het begin van zijn nieuwe artistieke ontwikkeling. Niet alleen wijken de kleuren van de toren af van de werkelijkheid, ook de lijnen en vlakken worden als het ware versimpeld tot alleen het ritme van het bouwwerk. Tegelijkertijd versterkt dat het monumentale van de toren.

Vier vuurtorens van Mondriaan, uit de jaren 1908 t/m 1910, alle in Gemeentemuseum Den Haag 

De kerk en de "rode" molen van Domburg, beide 1911, Gemeentemuseum Den Haag


Zeeuwse boer, 1909, Gemeentemuseum Den Haag

Met een expositie in 1909 toont Mondriaan de verandering in zijn werk. De natuurlijke kleuren uit zijn vroegere werk zijn verdwenen. Nu de luministische stijl: alles fel gekleurd en grof geschilderd met veel lichteffecten.
Onder invloed van de theofisie schildert Mondriaan tussen 1909 en 1911 ook enkele symbolistische doeken. Hij tracht  "het hogere" in de kunst weer te geven. 
Tot 1916 zal Mondriaan met tussenpozen in Domburg verblijven. Daarna vestigt hij zich in Laren, waar hij zijn theorie over het wezen van de schilderkunst op schrift stelt. De schilderijen staan ver af van zijn eerdere naturalisme. Voorstanders juichen deze nieuwe kunst toe, anderen noemen ze ziekelijk en onbegrijpelijk.

Parijs
In 1912 vestigt Mondriaan zich in Parijs; hij verfranst zijn naam in Mondrian. Hij wil deel uitmaken van de nieuwste ontwikkelingen in de kunst. Onder invloed van het kubisme schildert hij zijn eerste geabstraheerde werken. Hij is van mening dat de kunst bepaalde universele waarden moet weergeven, hij vindt deze vervolgens in een verregaande, abstracte vormentaal.
Wat Mondriaan in zijn werk tot uitdrukking wil brengen, zijn de ‘universele verhoudingen’ die volgens hem ten grondslag liggen aan de zichtbare werkelijkheid. Hij verwoordt het zelf zo: 'het kostte me veel tijd om te ontdekken dat specifieke vormen en natuurlijke kleur subjectieve gevoelssferen opleveren, die de zuivere realiteit aan het zicht onttrekken. De verschijning van natuurlijke vormen verandert, maar de realiteit blijft onveranderlijk.'

Terug in Nederland en in Domburg, op weg naar het neoplasticisme
De oorlogsjaren 1914-1919 brengt Mondriaan door in Nederland. Hij schildert hier bijna volledig abstracte schilderijen van huizen, kerken en bomen, maar heeft het gevoel nog steeds op een impressionistische manier te werken. In plaats van de onveranderlijke, zuivere realiteit geeft hij naar zijn eigen idee teveel een specifieke sfeer weer. In deze periode begint Mondriaan de gebogen lijnen uit zijn schilderkunst te verbannen. Wat overblijft, zijn korte, op zichzelf staande horizontale en verticale lijnen die elkaar kruisen. Door de zee, lucht en sterren te observeren, wordt hij zich bewust van de aanwezigheid van horizontale en verticale lijnen in de natuur. Het in balans brengen van deze constante factoren wordt vanaf dat moment het uitgangspunt. Zelf omschrijft Mondriaan dit als het ‘weergeven van de beeldende functie’ van onderwerpen als zee, lucht en sterren.
Aan de Walcherse kust domineren de paalhoofden het beeld en Mondriaan brengt die met zijn nieuwe eigen stijl tot de essentie terug in een serie schilderijen met de naam "Pier en Oceaan".

Compositie nr. 10 (Pier and ocean), 1915, Kröller-Müller museum, Otterloo

Naast de vorm, die wordt verbeeld door het in evenwicht brengen van horizontale en verticale beeldelementen, speelt ook ruimte een grote rol in zijn werk. Mondriaan beseft dat realiteit een combinatie is van vorm en ruimte. Hij ziet in dat alles ruimte is: de vorm zelf, maar ook de lege ruimte rondom die vorm. Om hierin eenheid te bereiken, zoekt hij naar manieren om de factoren ruimte en vorm in balans te brengen.
Hiermee experimenteert hij vanaf 1917, door rechthoekige vlakken te schilderen tegen een witte achtergrond. De volgende stap is het groeperen van de vlakken, hij drukt ruimte uit door witte, grijze of zwarte rechthoeken en vorm door rode, blauwe of gele vlakken. De elkaar kruisende horizontale en verticale zwarte lijnen zorgen voor het nodige contrast en bepalen de vorm van de rechthoeken. De basis van het neoplasticisme is daarmee gelegd.

Via Parijs naar Londen
Na afloop van de Eerste Wereldoorlog, in 1919, vestigt Mondriaan zich opnieuw in Parijs. Hij legt zich volledig toe op de door hemzelf ontwikkelde neoplasticistische schilderstijl. De composities bestaan vanaf dat moment alleen maar uit horizontale en verticale lijnen en kleurvlakken in rood, geel, blauw, wit, zwart of grijs.
Gedwongen door de Tweede Wereldoorlog wijkt Mondriaan in 1938 uit naar Londen. Zijn aanwezigheid daar zorgt voor een opleving van het moderne kunstklimaat. Andersom vindt Mondriaan er nieuwe inspiratie voor zijn werk, waarin ritme een steeds belangrijkere rol gaat spelen. Het gevoel van ritme geeft hij weer in zich herhalende lijnen en door het aanbrengen van meerdere kleine kleurvlakken in zijn schilderijen.

New York
In 1940 drijft de oorlog hem nog verder weg: New York. Hij realiseert zich dat de kunst alleen in de USA in vrijheid zal kunnen voortbestaan.
Mondriaan maakt er kennis met de boogiewoogie, een nieuwe stroming binnen het genre van de jazzmuziek die hij erg waardeert. Behalve de boogiewoogie-muziek inspireert ook het moderne, gereguleerde leven van New York hem bij het maken van wat zijn laatste werken zullen zijn. Hierin verdwijnen de zwarte lijnen om plaats te maken voor gekleurde lijnen, die vervolgens worden opgebroken in kleine kleurvlakken. De kunstenaar is tot de conclusie gekomen dat een lijn eigenlijk ook een vlak is.

Op 1 februari 1944 sterft Piet Mondriaan aan een longontsteking. Zijn laatste schilderij Victory Boogie Woogie blijft onvoltooid achter in zijn atelier.Mondriaan wordt begraven op Cypress Hill Cemetery in New York

Victory Boogie Woogie, 1944, Gemeentemuseum Den Haag

Gepl. 24 juni 2015