Historisch overzicht Westkapelse zeedijk

De dijk van Westkapelle,  "de voormuur van Walcheren tegen de Noordzee", is een voortdurende zorg geweest van de Westkappelaars en van het polderbestuur, later de waterschappen Walcheren, Zeeuwse Eilanden en Scheldestromen.
Men noemde hem vroeger wel "de gouden dijk", dit vanwege de extreem grote sommen gelds en de gigantische hoeveelheid aan zand, steen, klei, hout stro, asfalt en beton die er in zijn geïnvesteerd.
Aanvankelijk lag Westkapelle, dat omstreeks het jaar 1000 is ontstaan (zie ook Geschiedenis>Westkapelle in de loop van de tijd), beschermd achter een duinenrij met een smal strand. De eb- en vloedstromen van en naar de Westerschelde, toen Honte genaamd, tasten de duinenrij aan. In 1432 was de toestand zo verslechterd, dat de abt en het stadsbestuur van Middelburg poolshoogte kwamen nemen. De inwoners van Westkapelle hadden aan de noodklok hadden geluid en vroegen om meer bescherming door een “cleen dijckslijn”. De kleine dijk, die toen werd aangelegd, is nog niet het begin van de Westkapelse Zeedijk. In 1483 wordt er gesproken van een "ware" (binnendijk) met een lengte van 480 meter, achter de duinen.
In de eerste helft van de 16e eeuw werd de duinenrij zodanig door stormvloeden aangetast, vooral in 1530 en 1532, dat de duinen  overgehaald moesten worden en omgevormd tot een dijk. In 1540 werd het eerste staketwerk (korte paalhoofden op de dijk om de golfslag te breken) aangebracht in de aanwezigheid van keizer Karel V.
Op de kaart van Jacob van Deventer, omstreeks 1558, is de zeedijk te zien, samen met de daar achter gelegen binnendijk. Onder de kaart staat “Westkapelle met den dubbelen dijk en hoofde aan de Noordzee”.  De dijk had toen een lengte van ongeveer twee kilometer.

De dijk op kaart van Jacob van Deventer

Het Polderbestuur en andere autoriteiten hebben altijd geprobeerd de buitendijk te  behouden. Pas in 1642 vielen buiten- en binnendijk samen. De duinen aan weerszijden van de dijk namen in de loop van de tijd in omvang af. Daardoor nam de lengte van de dijk steeds verder toe: ruim 3200 meter eind 17e eeuw, 3800 meter in 1870, nu ruim 4 kilometer.

De dijk in 1743

Door afname van de dijk aan de zeekant en daardoor noodzakelijke versterkingen aan de landzijde verplaatste de dijk zich ook steeds meer landinwaarts.  Dit liet het dorp niet onberoerd. In 1470 moest de kerk worden afgebroken en werd, na een kortdurig gebruik van een noodkapel aan de oostzijde van de Oude Markt, een nieuwe kerk met toren gebouwd oostelijk van de stad.  Alleen de toren heeft de tand des tijds doorstaan en staat nog steeds aan de rand van het dorp.
Ook voor de grote dijkverwaring in het kader van de Deltawet in de jaren 1986-1988 moest een deel  van het dorp worden opgeofferd.

Niet alleen werd de dijk langer en verschoof hij ongeveer 230 meter landinwaarts, ook veranderde hij van vorm en werden er verschillende materialen gebruikt om de dijk te bekleden. In de 16e en 17e eeuw was de dijk steil.  De kennis en ervaring over dijken en de kracht van de zee namen echter toe. ”De stijlte veroorsaeckt meerder gewelt van water”, stond in een advies. In 1632 werd de dijkhelling dan ook verflauwd. De Westkappelse mannen gingen zich al snel  omscholen van vissers en touwslagers naar dijkwerkers; zij werden specialisten in het onderhouden en herstellen van de dijk.

Tot in de 19e eeuw was het dijklichaam, dat zelf uit zand bestaat, bekleed met krammatten. Deze matten waren van stro en vergden veel onderhoud.

Werk aan een krammat; ca. 1920

Later werd rijsbeslag aangebracht met vlechttuinen, waartussen stenen werden gelegd, afkomstig uit de steengroeven in Vlaanderen en Henegouwen. Deze Vilvoordse en Doornikse steen vormden een betere bescherming van het dijklichaam. Maar niet voldoende. De stenen van soms wel 1600 kgn werden door de kracht van de golven uit het staketwerk geworpen. Het rijsbeslag wed vervangen door een steenglooiing. Verschillende steensoorten werden gebruikt; vanaf 1868 basalt. Daarna ook beton en tegenwoordig alles voorzien van een asfaltlaag met breuksteen.

Glooiing van Doornikse steen; 1947

Naast stormvloeden, schade door scheepstrandingen en de paalworm, die alle staketwerken en paalhoofden aantastte, zijn twee jaartallen belangrijk: 1682 en 1944. Op 26 januari 1682 brak de dijk door aan de zuidzijde, ongeveer waar nu "d'n berm" op het bastrand ligt. Vijf volle getijden zeewater kwamen het land binnen. Op veel plaatsen was zware schade. Het was de eerste en de enige keer dat de Westkapelse Zeedijk doorbrak tengevolge van natuurgeweld. De dijkdoorbraak in oktober 1944 werd veroorzaakt door menselijk handelen. Een geallieerd bombardement, bedoeld om door het onderwaterzetten van Walcheren de Duitsers te verdrijven, maakten een gat van 125 meter in de dijk. In de tijd daarna werd dit door eb- en vloedstroom werd verbreed tot ongeveer 600 meter. Tegelijkertijd werd Westkapelle met de grond gelijkgemaakt. Op 12 oktober 1945 was het dijkgat, na veel menselijk leed en bijna bovenmenselijke inspanningen gedicht, door het aanleggen van een inlaagdijk. Deze "nooddijk" ligt er, zij het met de nodige aanpassingen en versterkingen, nog steeds. Het badstrand dat daardoor is gecreëerd, heet in de volksmond nog steeds "'t Gat".

Westkapelle en de dijk na het bombardement van 3-10-1944

In de jaren na de Tweede Wereldoorlog vonden uitgebreide herstelwerkzaamheden plaats aan de gehele dijk en werden de Duitse verdedigingswerken, de Atlantikwall, opgeruimd. Danzij dit tijdige herstel doorstond de dijk de  rampzalige stormvloed van 1 februari 1953.Als gevolg van deze watersnoodramp werden hogere eisen aan de zeeweringen gesteld, waardoor in de jaren 1986-1988 ook de Westkapelse Zeedijk werd verzwaard en verbreed. De dijk werd op Deltahoogte gebracht, zoals dat toen heette. Het binnentalud van de dijk kwam 50 meter meer landinwaarts te liggen. De oude Dijkstraat werd vervangen door een nieuwe. In de jaren 2006-2010 vonden opnieuw versterkingen plaats in het kader van de projecten Zeeweringen en Zwakke Schakels.

De dijkglooiing anno 2012

Meer over de geschiedenis van de dijk:

Beschrijving van de dijk in 1914 van H. van Gelderen, ingenieur van de Polder Walcheren

Meer beeldmateriaal van de dijk in de loop van de tijd:
Beeldbank Westkapelle rubriek Dijk- en dijkwerk en rubriek Dijkdoorbraak en -herstel 1944-1950 

Geraadpleegde literatuur: Leo Hollestelle, Een dijk van een dijk. De Westkappelse zeedijk in de loop van de tijd; Middelburg, 1990

15-3-2013; gew. 28-9-2017